Het effect van één e-mailbericht!
Elke (ouder van een) leerling of student heeft volgens de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) recht op inzage in zijn of haar leerling-/studentdossier. Het leerling-/studentdossier bevat onder andere persoonsgegevens, gegevens over de studievoortgang en correspondentie die met en over de leerling of student door de onderwijsinstelling is gevoerd.
Leerling-/studentdossier opvragen
Als een ouder of student Jurion inschakelt bij een conflict met de onderwijsinstelling, dan zal de behandelaar van Jurion altijd eerst het gesprek met de onderwijsinstelling aangaan. We bekijken dan of het conflict alsnog in onderling overleg opgelost kan worden. Het opvragen van een leerling-/studentdossier is voor Jurion een eerste stap in dat proces.
Uitnodiging tot gesprek
Het opvragen van een leerling-/studentdossier is doorgaans het eerste contact tussen de onderwijsinstelling en Jurion. Dat biedt Jurion de mogelijkheid om een uitnodiging mee te sturen om met elkaar in gesprek te gaan. Onderwijsinstellingen gaan op die uitnodiging vaak in, omdat zij – net als de (ouder van een) leerling of student – gebaat zijn bij een spoedige oplossing van het conflict. Een interne of gerechtelijke procedure kost immers veel tijd en geld en beide partijen willen dat meestal graag voorkomen.
Geregeld leidt het opvragen van het leerling-/studentdossier er al toe dat de onderwijsinstelling uit zichzelf met een oplossing voor het probleem of conflict komt. Het inschakelen van een onderwijsrechtjurist of -advocaat betekent dus niet direct een lange en tijdrovende juridische procedure, al geldt dat natuurlijk niet voor alle soort onderwijsrechtzaken.
Voorop staat in ieder geval altijd een goede en indien mogelijk snelle oplossing!
Het bindend studieadvies in het mbo
Vanaf studiejaar 2018/2019 krijgen alle mbo-studenten in hun eerste studiejaar een bindend studieadvies. Je krijgt een negatief bindend studieadvies bij onvoldoende studievoortgang. Wat ‘onvoldoende studievoortgang’ voor jouw opleiding inhoudt, vind je in het Onderwijs- en examenreglement.
De onderwijsinstelling kan geen negatief bindend studieadvies geven als slechts één onderdeel onvoldoende is. Daarnaast kan de onderwijsinstelling de beroepshouding slechts onder strikte voorwaarden meewegen in het bindend studieadvies.
Voorlopig bindend studieadvies
Bij meerjarige opleidingen krijg je halverwege het studiejaar een voorlopig bindend studieadvies. Als dat voorlopig bindend studieadvies negatief is, dan moet de onderwijsinstelling jou uitnodigen voor een gesprek. In dat gesprek maakt de onderwijsinstelling samen met jou afspraken hoe je jouw studievoortgang binnen een bepaalde termijn kunt verbeteren. Als dat in jouw situatie nodig is, dan zal de onderwijsinstelling ook ondersteuning aan moeten bieden.
Definitief bindend studieadvies & persoonlijke omstandigheden
Tussen de negende en twaalfde maand van de opleiding ontvang je een definitief bindend studieadvies. Bij het geven van definitief bindend studieadvies moet de onderwijsinstelling rekening houden met jouw persoonlijke omstandigheden. Persoonlijke omstandigheden, zoals het zorgen voor een ziek familielid, kunnen namelijk invloed hebben op jouw studievoortgang. Het is belangrijk dat je deze persoonlijke omstandigheden op tijd meldt, zodat de onderwijsinstelling jou ondersteuning kan bieden.
Als je een negatief bindend studieadvies ontvangt dan betekent dat dat je moet stoppen met jouw opleiding. De onderwijsinstelling heeft dan de plicht om jou te begeleiden naar een andere opleiding.
Negatief bindend studieadvies aanvechten
Als je een definitief negatief bindend studieadvies ontvangt en je bent het daar niet mee eens, dan kun je daartegen in beroep bij de Commissie van Beroep voor de Examens. Het is verstandig om daarbij zo snel mogelijk juridische deskundigheid van een onderwijsrechtadvocaat in te schakelen. Dat hoeft niet duur te zijn. Waarschijnlijk kom je in aanmerking voor een toevoeging, waardoor je slechts de eigen bijdrage van € 146,- hoeft te betalen.
Let op! Je hebt slechts twee weken de tijd om in beroep te gaan tegen het bindend studieadvies, onderneem dus snel actie.
Wil je direct weten waar je aan toe bent? Neem dan vrijblijven contact met ons op.
Negatief voorlopig bindend studieadvies (BSA): wat nu?
Als eerstejaars mbo-, hbo- en wo-student ben je inmiddels over de helft van het studiejaar en dat betekent dat je binnenkort een voorlopig positief of negatief bindend studieadvies ontvangt over het vervolg van de opleiding.
Heb je een negatief voorlopig bindend studieadvies ontvangen? Dan is het tijd voor actie: je zal iets moeten ondernemen om jouw studieresultaten in positieve zin te veranderen.
Persoonlijke omstandigheden en BSA
Maar wat als dat niet mogelijk is? Stel dat je bijvoorbeeld mantelzorg verleent aan een ziek familielid of dat je zelf gezondheidsproblemen hebt, waardoor je tijdelijk minder goed in staat bent om te studeren. De onderwijsinstelling moet bij het geven van een bindend studieadvies rekening houden met deze persoonlijke omstandigheden.
De wet (artikel 2.1 Uitvoeringsbesluit WHW 2008) geeft een opsomming van persoonlijke omstandigheden, waaronder:
- ziekte van de student;
- lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis van de student;
- zwangerschap van de student;
- bijzondere familieomstandigheden.
Het is belangrijk dat je direct contact opneemt met jouw studentdecaan op het moment dat jouw persoonlijke omstandigheden invloed hebben op jouw opleiding. Doe dit zo spoedig mogelijk; dus bij voorkeur nog voordat je een voorlopig bindend studieadvies hebt ontvangen.
Advies van de studentdecaan
De studentdecaan kan bepalen of jouw persoonlijke omstandigheden een negatieve invloed hebben op jouw studieresultaten en zo nodig kan hij ondersteuning bieden.
Het advies van de studentdecaan is een belangrijk onderdeel van het bindend studieadvies. Wees dus niet bang om ook echt persoonlijke problemen – die je liever niet zomaar met iedereen deelt – bij de studentdecaan te melden. De studentendecaan behandelt jouw problemen vertrouwelijk.
Negatief bindend studieadvies aanvechten
Als je ondanks alle inspanningen uiteindelijk toch een definitief negatief bindend studieadvies ontvangt en je bent het daar niet mee eens, dan kun je daartegen in beroep bij het College van Beroep voor de Examens (CBE of COBEX). Op het mbo heet dit orgaan de Commissie van Beroep voor de Examens.
Hoewel je de procedure bij het CBE zelf kunt voeren, is het verstandig om daarbij zo snel mogelijk juridische deskundigheid van een onderwijsrechtadvocaat in te schakelen. Een goed beroepschrift met een heldere argumentatie kan in een procedure het verschil maken, waardoor je wellicht alsnog jouw opleiding kunt vervolgen.
Een gespecialiseerde advocaat hoeft niet duur te zijn. Waarschijnlijk kom je in aanmerking voor een toevoeging, waardoor je slechts de eigen bijdrage van € 146,- hoeft te betalen.
Ook bezwaar maken tegen een negatief studieadvies? Laat je gegevens achter, dan nemen wij zo snel mogelijk contact met je op. Je kunt ons op werkdagen (tot 22:00!) ook direct bereiken op 030 – 7630658.
Opnieuw extra geld voor kleine scholen
Vandaag maakte het kabinet bekend dat er naast de huidige 200 miljoen euro een extra bedrag ter grootte van 20 miljoen euro wordt uitgetrokken om kleine scholen in stand te houden.
In de praktijk zien wij helaas te vaak dat het bevoegd gezag van kleine scholen – meestal in krimpregio’s- de kleine scholen wil sluiten vanwege financiële redenen of omdat kleine scholen geen goede onderwijskwaliteit zouden kunnen geven. Met de verhoging van de kleinescholentoeslag, laat de overheid in ieder geval zien dat zij het in stand houden van de kleine scholen belangrijk acht.
Jurion zet zich in voor het behoud van kleine scholen, maar volgens ons is extra financiering niet het grootste probleem voor de kleine scholen. Wij zouden graag zien dat een deel van deze financiële impuls van de overheid gestopt wordt in onderzoek om in kaart te brengen wat de kwaliteit van het onderwijs op kleine scholen is. Op dit moment loopt er een experiment in Westerbroek op initiatief van de Verenigde Zelfstandige Dorpsscholen (VZD). Het lijkt ons goed als dergelijke experimenten worden uitgebreid.
Verder is sluiting van een kleine (dorps)school zeer ingrijpend voor zowel de ouders en leerlingen als het dorp zelf. Volgens de huidige wetgeving heeft de medezeggenschapsraad bij fusie een instemmingsrecht, maar bij sluiting slechts een adviesrecht. Een sluiting van een school is een van de belangrijkste besluiten waarover de medezeggenschapsraad zich kan buigen. Wij roepen de wetgever daarom op om de wetgeving zo aan te passen dat ouders en personeelsleden via de medezeggenschapsraad ook bij sluiting een instemmingsrecht krijgen.
P.S. Op 13 maart 2018 was mr. Dik Berkhout, advocaat onderwijsrecht en medezeggenschapsadviseur bij Jurion om 6.37 uur op Radio 1. Beluister het fragment via deze link.
AVRO Tros Radar zoekt oud-leerlingen met studieschuld
Fusie van openbare en bijzondere school wordt makkelijker
Openbare en bijzondere scholen kunnen voortaan makkelijker fuseren als ze te klein dreigen te worden om voort te bestaan. Dit zal vooral voorkomen in krimpgebieden, waar het aantal leerlingen soms met wel 30 procent terugloopt. Staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) stuurde hiertoe maandag het wetsvoorstel ‘Samen sterker’ naar de Tweede Kamer.
Pragmatisch
Dekker spreekt van een pragmatische oplossing, waar in veel gebieden grote behoefte aan is. ‘We kunnen heel principieel onze poot stijf houden, maar daar zijn ouders en leerlingen de dupe van. Het is beter om voor een praktische oplossing te kiezen en het voor scholen van verschillende pluimage makkelijker te maken om te fuseren’, aldus de staatssecretaris. ‘Zie het als een soort samenlevingscontract of een gemengd huwelijk.’
De verwachting is dat tientallen scholen de komende jaren zullen kiezen voor een fusie tot een samenwerkingsschool. ‘Scholen én ouders zien het als een goede oplossing als een school anders dreigt te verdwijnen’, zegt Dekker. De regels zijn tot nu toe echter zo rigide dat er de afgelopen jaren geen enkele nieuwe samenwerkingsschool is ontstaan, ondanks een eerdere wijziging van de Grondwet. ‘Daarmee doen we leerlingen, ouders, leraren, scholen en andere betrokkenen echt tekort.’
Karakter
Ouders, leraren en schoolleiders zullen door het wetsvoorstel veel invloed krijgen op het karakter van een samenwerkingsschool. Scholen kunnen daardoor zelf invulling geven aan hun programma. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat leerlingen op een samenwerkingsschool kunnen kiezen of ze naar een christelijke of openbare dagopening gaan. Er kan geloofsonderwijs worden gegeven op basis van vrijwilligheid of er kan een kerstmis gevierd worden, waarbij leerlingen zelf kunnen besluiten of ze aansluiten.
Het wetsvoorstel regelt verder dat ook een stichting voor openbaar onderwijs een samenwerkingsschool in stand kan houden. ‘In de toekomst kan openbaar onderwijs het bijzonder onderwijs dus de helpende hand bieden’, zegt Dekker. ‘Een kleine christelijke school kan worden overgedragen aan een stichting voor openbaar onderwijs en toch vrij zijn om christelijk onderwijs aan te blijven bieden.’
Uitzondering
Dekker benadrukt dat de vorming van samenwerkingsscholen een uitzondering blijft. ‘Dit soort scholen kan alleen ontstaan door een fusie. Ook mag een school niet te groot zijn, waardoor het vooral een oplossing is in krimpgebieden’, zegt de staatssecretaris.
Bron: Rijksoverheid.nl
Voorwaarden voor vrijstelling leerplicht verzwaard
Voordat gemeenten kinderen vanwege psychische of lichamelijke problematiek vrijstellen van de leerplicht, moeten zij voortaan eerst overleggen met het samenwerkingsverband van scholen in de regio. Op die manier kunnen meer kinderen met een psychische of fysieke beperking alsnog een vorm van onderwijs aangeboden krijgen.
Staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) gaat de verplichting tot overleg met scholen in de Leerplichtwet opnemen. ‘Een deel van de kinderen met een vrijstelling kan misschien best gedeeltelijk naar school. Zij zitten nu ongelukkig thuis, terwijl er met maatwerk voor hen vaak een oplossing gevonden kan worden. Die ontwikkeling moeten we kinderen gunnen.’
Er is een aantal regio’s waar nu al vrijwillig overleg wordt gevoerd met de samenwerkingsverbanden. ‘We zien hier mooie dingen gebeuren. Voor elk kind dat een vrijstelling aanvraagt, wordt door alle betrokkenen nauwkeurig gekeken of er echt geen mogelijkheden zijn om naar school te gaan – al is het maar een deel van de tijd’, zegt Dekker.
De staatssecretaris gaat verder samen met het ministerie van Volksgezondheid aan de slag om de kennis bij artsen te vergroten. Op die manier zijn zij beter op de hoogte van de onderwijsmogelijkheden. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat een kind niet in een klas les kan volgen, maar wel in een klein klasje of deels vanuit huis. Een arts moet van die mogelijkheden weten om een goede inschatting te kunnen maken.
De afgelopen jaren krijgen steeds meer kinderen een vrijstelling op grond van artikel 5 onder a van de Leerplichtwet. Dat wetsartikel zorgt ervoor dat kinderen met een zware lichamelijke of psychische beperking niet naar school hoeven. De afgelopen vijf jaar was echter een stijging te zien van meer dan 75 procent (van 3.100 in schooljaar 2010/2011 tot ruim 5.500 in 2015/2016).
Dekker is bezorgd over de stijging en riep alle gemeenten eerder al op om de vrijstellingen nog eens goed te bekijken. Dat gebeurt nu op veel plaatsen, waardoor een deel van de toename ook te verklaren is door betere registratie.
Overigens is bij een deel van de kinderen overduidelijk dat zij terecht een vrijstelling hebben gekregen, zoals bij zwaar gehandicapte kinderen die in een zorginstelling zijn opgenomen. Voor die groep hoeven gemeenten geen onderwijsaanbod te doen.
Bron: Rijksoverheid.nl