Afdeling laat NBSA in stand, maar kent een proceskosten veroordeling toe.

Op 19 maart 2025 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) uitspraak gedaan bij een beroep van student tegen het door de Universiteit van Amsterdam (hierna: UvA) afgegeven negatief bindend studieadvies (hierna: NBSA). De Afdeling verklaart het beroep van studente ongegrond, maar veroordeelt de UvA wel in de proceskosten van de student.

BSA
De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (hierna: WHW) biedt aan onderwijsinstellingen de mogelijkheid om aan het einde van het eerste studiejaar van een opleiding een bindend studieadvies aan studenten af te geven. Het doel van het BSA is om te kunnen beoordelen of de student geschikt voor de opleiding is. Om deze geschiktheid aan te tonen, dien je aan het einde van het eerste studiejaar te voldoen aan een studiepuntennorm. De hoogte van deze norm kan per opleiding en per onderwijsinstelling verschillen. Voldoe je aan het einde van het studiejaar niet aan de gestelde studiepuntennorm, dan geeft de onderwijsinstelling (in beginsel) een negatief bindend studieadvies af. Bij een negatief bindend studieadvies moet je stoppen met je opleiding.

Voordat de onderwijsinstelling een NBSA afgeeft, dient deze wel alle persoonlijke omstandigheden mee te wegen. Studenten die het niet eens zijn met een afgegeven NBSA kunnen tegen dit besluit een procedure starten bij de onderwijsinstelling en vervolgens bij de Afdeling. Tijdens de procedure bij de onderwijsinstelling, dient de onderwijsinstelling na te gaan of een minnelijke schikking tussen de onderwijsinstelling en de student mogelijk is, om zo in goed overleg en zonder verdere procedure samen tot een oplossing te komen.

Aanleiding van de procedure

Studente startte in september 2022 met de opleiding Business Administration aan de Universiteit van Amsterdam. Aan het einde van het eerste studiejaar van deze opleiding werd haar BSA aangehouden, omdat er persoonlijke omstandigheden speelden. Aan het einde van studiejaar 2023/24 moest de student daarom het volledige eerstejaarsprogramma afronden voor een positief advies. Maar ook tijdens dat studiejaar liep de studente tegen verschillende persoonlijke omstandigheden aan, zoals examenstress en vermoedens van ADHD en traumaklachten.

Studente verzoekt daarom in studiehaar 2023/24 de onderwijsinstelling om het af te geven BSA opnieuw met een jaar uit te stellen gelet op de persoonlijke omstandigheden die nog steeds spelen. De onderwijsinstelling besloot echter om het BSA niet opnieuw uit te stellen en geeft aan studente een NBSA af.

Oordeel Afdeling

De Afdeling oordeelt dat studente haar verzoek om uitstel van het BSA beide keren onderbouwde met een doorverwijzing van de huisarts naar een psycholoog, maar de daadwerkelijke diagnose pas beschikbaar was tijdens de procedure bij de Afdeling. Bij het uitgestelde BSA werd studente op het hart gedrukt dat zij aan de start van het studiejaar contact moest opnemen met de studentenpsycholoog of studieadviseur. Dit heeft studente alleen niet gedaan. De Afdeling oordeelt daarom dat de onderwijsinstelling door de late onderbouwing van haar persoonlijke omstandigheden, de kans is ontnomen om tijdig maatregelen te nemen en laat dit voor rekening en risico van studente. De Afdeling laat het afgegeven NBSA daarom in stand.

Nu de onderwijsinstelling tijdens de procedure de wettelijk verplichte minnelijke schikking heeft overgeslagen, zag de Afdeling wel aanleiding om de onderwijsinstelling te veroordelen tot het vergoeden van de proceskosten van studente.

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *