Termijnoverschrijding door student verschoonbaar, TU Delft dient het beroep tegen het NBSA inhoudelijk te behandelen.
Op 23 juli 2025 deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) uitspraak over de verschoonbaarheid van een termijnoverschrijding. Een student had door persoonlijke omstandigheden niet binnen de zes weken termijn beroep ingediend tegen een negatief bindend studieadvies. Mr. Joost Paijmans, advocaat onderwijsrecht, stond de student bij in deze procedure bij de Afdeling.
Aanleiding procedure
De student kampt vanaf de start van de studie in september 2022 met verschillende persoonlijke omstandigheden, waardoor zij aan het einde van het studiejaar 2022/23 van de TU Delft een uitgesteld BSA krijgt. Hierdoor dient zij aan het einde van het nieuwe studiejaar (2023/24) haar propedeuse te hebben behaald.
De student blijft echter in studiejaar 2023/24 last houden van dezelfde persoonlijke omstandigheden, waardoor ze aan het einde van dit studiejaar haar propedeuse helaas niet heeft behaald. Eind augustus 2024 geeft TU Delft daarom een negatief bindend studieadvies af. Student heeft vervolgens zes weken vanaf het moment dat het NBSA is afgegeven de tijd om daartegen op te komen. Student is in die periode door persoonlijke omstandigheden echter niet in staat om tegen het NBSA op te komen en dient daarom zo snel als het voor haar mogelijk is, in november alsnog een beroep in tegen het afgegeven NBSA. Het CBE van TU Delft verklaart het beroep van student ‘niet-ontvankelijk’, omdat het beroep te laat was ingediend en het CBE vindt dat de persoonlijke omstandigheden van student onvoldoende waren om te kunnen spreken van een ‘verschoonbare termijnoverschrijding’. Het CBE van TU Delft wijst waarmee het beroep tegen het NBSA af zonder naar de inhoudelijke argumenten te kijken.
Verschoonbare termijnoverschrijding
Als een onderwijsinstelling een besluit neemt, zoals bijvoorbeeld het NBSA, een beoordeling of het toekennen of afwijzen van een vrijstelling, dan heb je als student in het hoger onderwijs zes weken de tijd om tegen het besluit op te komen, als je het daar niet mee eens bent. Daarbij geldt het uitgangspunt te laat is te laat. Dient een student het bezwaar of beroep na die termijn van zes weken in, dan kijkt de onderwijsinstelling in beginsel niet meer naar de inhoud en verklaart het bezwaar of beroep ‘niet-ontvankelijk’. De wet geeft wel een uitzondering waarbij een ‘niet-ontvankelijkheid’ achterwege moet blijven als de student wegens persoonlijke omstandigheden of een andere goede reden het bezwaar of beroep te laat heeft ingediend. Bij de beoordeling of een overschrijding ‘verschoonbaar’ is, moet de onderwijsinstellen bij iedere student ‘een op de persoon toegesneden afweging van belangen’ maken. De onderwijsinstelling moet dus bij elke termijnoverschrijding afzonderlijk kijken naar de reden en de omstandigheden die volgens de student de aanleiding waren voor de termijnoverschrijding. Volgens de Afdeling had het CBE dit bij deze student niet (voldoende) gedaan.
De Afdeling concludeert in de uitspraak dan ook dat de termijnoverschrijding bij deze student verschoonbaar moet worden geacht, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de student. De Afdeling geeft het CBE vervolgens de opdracht om het beroep van de student over het NBSA alsnog inhoudelijk in behandeling te nemen.
U kunt het oordeel van de Afdeling hier lezen.